Dat euforie-moment heeft bijna alle katers doen verdwijnen
Ik ben van de generatie die vanaf 1974 Oranje 4 keer in de halve finale van een WK heeft zien spelen, waarbij aansluitend 3 keer in een (verloren) finale. Daarbij nog eens opgeteld een aantal keer in de halve finale van een EK, met 1 keer een gewonnen finale.
Het aantal katers in de morning after is dus groter dan dat ene euforie-moment. Maar dat euforie-moment heeft bijna alle katers doen verdwijnen. Bijna zeg ik, omdat een WK toch nét iets meer is dan een EK.
Vannacht zag ik het kwartet nationale teams dat in de halve finale speelt op een rij. ‘Daar staat Oranje tussen’, dacht ik heel droog. Oranje staat tussen 3 wereldkampioenen. En niet zomaar kampioenen. Duitsland, Brazilië en Argentinië… Het zijn grootmachten. Grootmachten die, zonder namen te noemen, de beste voetballers van de wereld voortbrachten. Grootmachten die voetbalsystemen bedachten die door de rest van de wereld werden bejubeld of vergruisd.
Hoort Oranje bij dit groepje grootmachten? Want Oranje heeft nog nooit de zoete smaak van de ultieme overwinning mogen proeven. Heeft tot nu toe altijd een natie in rouw gebracht. Ondanks het feit dat “wij” systemen hebben bedacht die door de hele wereld, let wel de héle wereld, zijn overgenomen. Ondanks het feit dat wíj de beste voetballers van de wereld brachten. Niet 1 of 2, ik kan er zeker, uit mijn blote hoofd, 11 opnoemen. Op elke positie in het veld.
Niemand, en zeker ik niet, heeft vooraf verwacht dat Oranje in dit WK zo ver zou komen. We vlogen met schaamte de eerste ronde eruit, een desillusie rijker. Eigenlijk niet eens met een desillusie, want dat geeft aan dat er ooit een illusie is geweest, en die was er niet.
Ik ben een Cruyff-aanhanger, en als je vóór Cruyff bent, ben je tégen van Gaal. En van Gaal maakte totaal geen kans. Zeker niet wanneer er eerder een complete mislukking is geweest en Oranje onder zijn hoede zich niet eens heeft geplaatst voor de eindronde. Als voetballer stond Louis mijlenver van Johan.
Maar… Wat een veerkracht heeft deze man. Wat een kracht om van dit Oranje een team te maken. Niet alleen met de spelers, maar het totale team. Een team dat op een WK 3 maal na een achterstand weet terug te komen en de wedstrijd wint. Wat een intelligentie om, vanuit de ervaring en ‘the long and hard road’ van mislukkingen én, vergis je niet, ook talloze successen, werkelijk alle facetten mee te nemen om deze weg uit te stippelen. Tot in het kleinste detail zijn alle mogelijkheden meegenomen, hoorde ik Frans Hoek vannacht zeggen.
Na de kwartfinale tegen Costa Rica, met zoveel goalkansen voor Oranje, en het niet te tellen aantal buitenspelmomenten, komt dan de ontlading na de penalty’s. We zitten wéér in een halve finale. Dit kleine kikkerlandje zit wéér in een illuster groepje van vier teams dat strijdt om de hoogste eer. Dit klein landje heeft wéér een aantal spelers grootgebracht dat behoort tot dé beste spelers der aarde.
Of we aan het einde van de weg zijn gekomen, dat zullen we binnen een week weten. En als de weg het doel is en niet winnen het doel, dan is deze missie nu al geslaagd. Ik voel namelijk nu al een ongekende trots. We showed the world. De kritieken vanuit de hele wereld zijn lovend, we worden bewierookt vanuit elke hoek der aarde. Van Gaal wordt bejubeld.
Geen kater voor mij in de morning after, mocht het onverhoopt “tegenvallen”. Dat kan ik vooraf met stelligheid beweren. Ik loop lichtvoetig, met opgeheven hoofd door trots en een blij hart door de straten.