Elke dag een gezond weetje van Ivan Wolffers: vandaag over de vele oorzaken van de explosieve groei in het aantal ADHD-diagnoses
Tot voor kort werd 90 procent van de ADHD-medicijnen in de Verenigde Staten geslikt, maar inmiddels heeft de epidemie ook Europa bereikt en slikken de Amerikanen nog maar 75 procent van deze middelen. In Europa nam het aantal ADHD-diagnoses in enkele jaren toe van minder dan 1 procent naar 5 procent. In Nederland piekte het aantal ADHD-voorschriften in 2011 en ging het door de 1 miljoengrens heen. Sindsdien is de stijging enigszins afgevlakt. Als je aan artsen vraagt hoe die sterke groei van ADHD-recepten komt zeggen ze ‘onderdiagnose’ en dus ‘onderbehandeling’: ze herkenden het niet, maar nu weten ze waar ze op moeten letten. De ouders trouwens ook want die zijn door alle informatie over ADHD goed voorgelicht. Vraag je het aan wetenschappers buiten de geneeskunde, dan hebben die andere antwoorden voor de ADHD-epidemie. Misschien is het wel een economische en culturele epidemie.
Peter Conrad en Meredith Bergey bestudeerden de toename van het aantal farmaceutische behandelingen van ADHD in Groot Brittannië, Duitsland, Frankrijk, Italië en Brazilië. Ze stellen het volgende vast.
1. De farmaceutische industrie beschikt over effectieve lobbyisten en in sommige landen (Italië en Frankrijk) zijn de wetten die het gebruik van stimulerende middelen (zoals bijvoorbeeld Ritalin) beperkten met succes versoepeld.
2. De biologische psychiatrie die gelooft psychologische problemen op te moeten lossen met medicijnen is steeds populairder geworden en praattherapie verdwijnt geleidelijk.
3. Psychiaters in de hele wereld adopteren in toenemende mate de door Amerikanen ontwikkelde Diagnostic and Statistical Manual (DSM) waarin ADHD heel anders en bij geringere klachten wordt gedefinieerd dan het in Europa gebeurde.
4. De farmaceutische industrie financiert actiegroepen van ouders en behandelaren die opkomen voor de problemen en rechten van ouders en kinderen met ADHD.
5. De opkomst van het gebruik van internet om zelf te dokteren heeft ertoe geleid dat mensen simpele vragenlijstjes invullen en vervolgens weten wat ze hebben. Vier vragen om te zien wat je hebt: Zit je veel te wiebelen? Heb je problemen met je concentratie? Ben je thuis en op je werk wat chaotisch? Begin je vaak aan projecten waar je dan halverwege mee stopt? O jee, ik mag wel naar de dokter.
Ik heb vier keer JA geantwoord. Alles wat zo’n lijstje doet is een grote verscheidenheid aan gedrag kanaliseren naar een medisch probleem. De hele context van gedrag is verdwenen. Ik vind zulke onderzoeken verfrissend omdat, als ik uitsluitend naar de medische vakliteratuur kijk, ik opgesloten word in concepten die ons niet noodzakelijkerwijze dichter bij geluk en aanpassing aan de eisen van het dagelijks leven brengen. In 1995 schreef ik ‘ Verlossing op recept ‘, een boek over de plotselinge explosie van het gebruik van Prozac en andere populaire antidepressiva. Daarbij zie je vergelijkbare mechanismen.
Ik ben arts en onderschrijf het belang van goed wetenschappelijk onderzoek, maar om de grotere trends te begrijpen moet je soms niet alleen een klacht en zijn behandeling bestuderen, maar erboven gaan staan en ook de manier waarop het middel verkocht wordt, artsen het voorschrijven, de manier waarop artsen over klacht en medicijn leren en hoe patiënten georganiseerd worden in groepen klagers in ogenschouw nemen.
Het laatste boek van Ivan Wolffers is ‘Als de tijd voor altijd stil zou staan ‘
Volg Ivan Wolffers ook op Twitter Ivan schrijft voor Joop elke dag een Gezond Weetje van de Dag: klik hier voor een overzicht