Oost-Europese chauffeurs die transporten verzorgen voor grote bedrijven als Ikea, Shell en Unilever zijn vaak maanden achtereen van huis, leven in hun cabine en krijgen een ‘salaris’ dat slechts twee- tot zeshonderd euro bedraagt.
De grote loonverschillen in Europa en de slechte handhaving van bestaande wetgeving verdrukken gezonde werkgelegenheid in de Nederlandse transportsector. Arbeidsuitbuiting is bij een aantal werkgevers in het wegtransport een ‘business model’ geworden. Dit komt tot uiting op de Nederlandse parkeerplaatsen en industrieterreinen. Wie in het weekeinde over de snelweg rijdt, ziet ze staan. De vrachtauto’s met Oost- Europese kentekens en op de parkeerplaatsen de bivakkerende chauffeurs. Atema: “Vrijwel al deze chauffeurs zijn weken en vaak zelfs maanden achter elkaar onderweg. De parkeerplaatsen en de vrachtauto is voor deze chauffeurs hun werkplek en huis ineen. De Nederlandse chauffeur in loondienst is ingeruild voor een goedkope Oost- Europeaanse chauffeur, die vaak ook nog eens schaamteloos wordt uitgebuit.”
FNV heeft een verzoek om handhaving gedaan aan de Inspectie Leefomgeving en Transport voor allereerst drie bedrijven. Volgens de vakbond zorgen de erbarmelijke omstandigheden ook voor een onveiligheid in het verkeer: : “Een chauffeur die maanden achtereen tegen een slecht loon en verstoten van sanitaire voorzieningen en een sociaal leven in zijn cabine leeft, is niet primair bezig met zijn werk en de verkeersveiligheid. Deze chauffeurs zijn als snelwegnomaden bezig met overleven.”