CDA en GroenLinks tonen hun ware gezicht
• 12-10-2013
• leestijd 2 minuten
Wat is er over van de politieke familieband tussen CDA en GroenLinks?
GroenLinks besloot woensdag niet langer te onderhandelen met het kabinet. Een week eerder had het CDA zich al teruggetrokken. Opvallend zijn de grote verschillen in motivaties tussen de partijen. “Ik wil een kleinere overheid en die komt er niet,” aldus CDA-partijleider Buma. GroenLinks-leider Van Ojik zag juist te weinig kansen voor vergroening van de economie en het bevorderen van sociale gelijkheid.
Lastenverzwaringen zijn voor de christendemocraten taboe. Ook het tegengaan van de groeiende inkomensverschillen, is voor het CDA vloeken in de kerk. Het CDA is niet zozeer een middenpartij maar heeft vooral een centrumrechts profiel. Het mantra is ‘een kleine overheid’ maar de christendemocraten kunnen niet goed uitleggen wat het verschil is met de VVD.
De christendemocraten willen vrij baan voor de civiele samenleving van organisaties en verantwoordelijke burgers. Dat is een mooi en ook noodzakelijk ideaal. Maar zonder doordachte visie op de publieke sector geeft de partij hiermee ruim baan aan de krachten van de vrije markt. Met de retoriek van een kleine overheid onderscheidt het CDA zich niet meer van Rutte.
Beter kun je spreken over een ‘slimmere overheid’ die burgers verantwoordelijkheden geeft zonder daarbij de publieke sector en collectieve arrangementen uit te hollen. Deze zijn immers nodig voor het creëren van gelijke kansen en daadwerkelijke participatie van mensen in kwetsbare situaties. Door na te laten op de huidige sociale kwestie een herkenbare christelijk-sociale visie te ontwikkelen, lijkt het CDA voor te sorteren op een fusie met de VVD. Beide partijen kunnen samen verder als een brede conservatieve volkspartij.
Zes CDA-wethouders en zes GroenLinks-wethouders zochten in 2001 nog toenadering tot elkaar met het visiedocument ‘Een nieuwe lente’. De lokale bestuurders benadrukten –in het jaar voordat Pim Fortuyn werd vermoord – de rol van de civiele samenleving en een minder bureaucratische overheid, maar wel met een sociale en groene agenda.
Van dit initiatief ging mijn hart als christelijk geïnspireerde GroenLinkser harder kloppen. Naar mijn idee zat er ook een logica achter. De wortels van GroenLinks liggen voor een belangrijk deel bij de christenradicalen: jonge en bevlogen politici afkomstig uit de voorlopers van het CDA. Zij vonden politiek onderdak bij de PPR – en anderen later bij de EVP – als voorlopers van GroenLinks.
Wat is er over van deze politieke familieband tussen CDA en GroenLinks? Weinig tot niets, blijkt nu. Beide partijen hadden hun geheel eigen motivaties om de onderhandelingen met het kabinet te staken. Als ik analyseer hoe sterk de motivaties verschillen, is de kloof tussen de twee verre politieke neven hemelsbreed. Bijbelse begrippen als ‘rentmeesterschap’ en ‘de overheid als schild van de zwakken’ blijken pijlers te zijn van een gedroomde brug.