Bankiers gevaarlijkste vijanden van het westen: hoor wie het zegt

“Onze vijand zit niet in Pakistan. Onze vijand zit in Wall Street”, dat zei minister van defensie Hans Hillen zondagmiddag in Buitenhof, nadat hij nog eens had gememoreerd dat er vanwege de bezuinigingen tienduizend mensen uit moeten. Ook ziet Nederland zich volgens hem gedwongen om uit geldnood bepaalde defensiesystemen af te stoten. Deze mededeling was treffender dan alles wat de bewindsman in het programma verder te berde bracht.

Dat ging over de vraag of hij nog wel geloofwaardig was nu hij zo slecht op de hoogte bleek van de corruptieschandalen bij de marine. Natuurlijk vond de minister dat hij correct had gehandeld en geen deemoedigheid kon laten zien omdat hij nu eenmaal voor zijn mensen moest staan. Mij een zorg. Zijn uitspraak over de banken, daar gaat het om. 

Hans Hillen is een oude politieke meester, op de uiterste rechterflank van het CDA en dankzij zijn journalistieke achtergrond kan hij bij tijd en wijlen zeer populistisch uit de hoek komen. De harde kern van de Elsevier-abonnees kennen hem nog als een columnist die elke week weer de rechtse snaren in hun ziel op aangename wijze wist te beroeren. Hij heeft zelfs trekjes van de traditionele katholieke reactionairen, strijders onder de geelwitte pausenvlag, zoals die voor de oorlog nog vaak voorkwamen en het zuiverst werden belichaamd  door mr. Jan Bomans, de vader van Godfried. 

En die man met die achtergrond en die opvattingen zegt nu, dat de gevaarlijkste vijanden van het westen de bankiers op Wall Street zijn. Dat zij “ons” ernstig hebben verzwakt en niet fundamentalistische islamstrijders in verre geberten of – voeg ik er dan maar aan toe – die hoofddoekvrouwtjes op de binnenstadsmarkt. 

Natuurlijk klopt het van die bankiers. Daar waren U en ik al lang achter. Maar het belangrijke is  uit welke mond  heel onverwacht die waarheid te horen was. Het weer is al prachtig, maar Hans Hillens opmerking warmt de beginnende lente nog een graadje extra op. Hoor wie het zegt.