Gekke wetenschappers?

Wat al deze wetenschappers hebben gedaan of waar ze bekend om staan, wist je waarschijnlijk al. Maar wist je ook al deze leuke wist-je-datjes al?

Deze geniale wetenschapper leerde pas laat in zijn kindertijd praten. Er wordt beweerd dat Einstein Asperger had, een vorm van autisme dat de taal en gedragsontwikkeling van kinderen beïnvloedt. Daarnaast had Einstein een onwettige dochter. Althans, voor die tijd. Einstein was te arm om te trouwen met zijn geliefde, maar ze kregen samen wel een kind. En wellicht nog opvallender: Einstein kreeg het presidentschap over Israël aangeboden in 1952 door de Israëlische premier David Ben-Gurion. Dit kun je waarschijnlijk al wel raden: Einstein weigerde dit aanbod.

Nicolaas Copernicus, bekend om zijn heliocentrische theorie (de theorie die ervan uit gaat dat de zon het middelpunt van ons zonnestelsel is), heeft waarschijnlijk nooit zijn Bachelor diploma behaald. Hoewel Copernicus naar drie verschillende universiteiten is gegaan, is er nooit bewijs gevonden dat hij op een van deze universiteiten een diploma heeft behaald. Ook oefende Copernicus geneeskunde uit zonder dat echt te studeren.

Nog een bekende wetenschapper die waarschijnlijk nooit zijn diploma heeft behaald: Galileo Galilei. En ook bij hem is bekend dat hij aan drie universiteiten heeft gestudeerd. Wat is het toch met wetenschappers en niet afstuderen? Een leuk weetje over Galileo: zijn liefde voor de wiskunde, waar hij zijn meeste wetenschappelijke successen mee heeft behaald, kwam voort uit zijn liefde voor snaarinstrumenten.

De uitvinder van de gloeilamp? Dan denken de meeste mensen aan Thomas Edison. Hoewel dus vaak wordt gedacht dat de gloeilamp is uitgevonden door Edison, die er met de credits vandoor ging, was dit eigenlijk een uitvinding van Nikola Tesla. Tesla kwam naar Amerika vanuit Servië in 1884 en ging al snel werken voor Thomas Edison. Over Tesla is bekend dat hij OCD (obsessief-compulsieve dwangstoornis) had. Zo weigerde hij alles aan te raken wat in zijn ogen een beetje vies leek en had hij een obsessie met het getal 3.

Isaac Newton was een nieuwsgierig, maar vooral excentriek persoon. Volgens zijn biografen ging zijn onbegrensde nieuwsgierigheid zo ver dat hij een rijgnaald langs zijn eigen oogbal tot aan het bot van zijn oogkas stak om de werking van het menselijk oog te achterhalen. Hij speelde dus zijn eigen proefkonijn.

Deze wetenschapster staat vaak bekend als een pionier op het gebied van de radioactiviteit, mede door het ontdekken van de elementen polonium en radium. Het is dan ook niet gek dat ze twee Nobelprijzen ontving. In haar latere leven werd Curie hoogleraar. Omdat haar man, Pierre Curie, was overleden had de faculteitsraad van de Sorbonne een plekje te vergeven. De Sorbonne is dé universiteit van Parijs. Op 11 mei 1906 werd de functie toegekend aan Curie en werd ze ook benoemd tot lector. Hiermee was zij de eerste vrouwelijke hoogleraar aan de Sorbonne.

Charles Darwin was absoluut geen romanticus. Tussen zijn werk is een lijst met voor- en nadelen van het huwelijk teruggevonden. Darwin was niet geheel cynisch. Hij zag wel in dat de voordelen van huwelijk vriendschap, constant gezelschap en het samen oud worden waren. Een vrouw was volgens Darwin in dat opzicht toch echt beter dan een hond. De nadelen waren volgens hem dat hij minder geld voor boeken zou hebben en dat het een enorme tijdverspilling zou zijn. En dat is natuurlijk voor een wetenschapper wel heel belangrijk! Uiteindelijk trouwde Darwin toch op 29 januari 1839 met zijn nicht Emma Wedgwood. Zijn vrouw kon vanwege haar geloof Darwins ideeën nooit accepteren en was daarom bang dat ze in het hiernamaals van elkaar gescheiden zouden worden.

Misschien wel de bekendste van allemaal: Leonardo da Vinci. Maar wist je ook dit al? De wetenschapper was een bastaard. Zijn moeder was een ongehuwde boerin. Hierdoor werd Da Vinci beroofd van elke vorm van onderwijs. Toch belemmerde dat Da Vinci niet van het doen van grote ontdekkingen. Leonardo ondertekende zijn werken vaak wel zonder achternaam. Een theorie hiervoor is dat hij zijn vaders achternaam niet wilde gebruiken, omdat hij een bastaard was. Bij enkele werken gebruikte hij wel zijn hele naam, bijvoorbeeld bij zijn uitwerking van de Vitruviusman.